Skip to main content

banner Christus de Zoon van God

Christus, de Zoon van God

Redder van de schepping

Het Christus-monogram bestaat uit de eerste twee, ineengevlochten letters van het Griekse woord Christos: de letters X (=ch) en P (=r).
Het is hier te zien op een zijpaneel van een vierde-eeuwse christelijke Romeinse sarcofaag (doodkist).
Het monogram is verbonden met het kruis, dat de Romeinse soldaten verslagen doet neerzitten en dat de vredesduiven lokt naar de krans van de overwinning. 

 

0. EIGENNAAM EN DOOPNAAM
 
Toen onze Heiland op aarde was, leerden de apostelen belijden: `U heet Jezus voor iedereen, maar u bent voor ons de Gezalfde, de Christus’. Ze ontdekten welke eigennaam bij Hem hoorde. God zelf had Jezus bij de doop in de Jordaan zijn `Zoon’ genoemd: deze doopnaam en de eigennaam horen bij elkaar. Voluit klinkt dan ook als belijdenis van Petrus:  `U bent de Christus, de Zoon van de levende God!’ (Mt.16,16).
 

 

Beluister hier audioles 1

 
1.1 (Een eigen naam) De roepnaam Jezus werd door meer mensen gedragen: een nadere toevoeging is nodig om duidelijk te maken om welke persoon het gaat. De Joden spraken dan over Jezus van Nazaret. Zijn eigen (onderscheidende) naam wordt echter: Christus. De dubbelnaam Jezus Christus is ontstaan door de toevoeging van een titel (De Christus).
 
1.2 (Naam van erkenning) Wie de dubbelnaam Jezus Christus gebruikt, erkent daarmee wie Jezus is. Die erkenning is gegroeid en zo wordt deze benaming gebruikelijk in de christelijke gemeente na Pinksteren.
De Heiland heeft zelf als eerste aangegeven dat deze dubbelnaam door zijn leerlingen gebruikt zou gaan worden. Lees Johannes 17,1-3!
 
1.3 (Naam van herkenning: Hij is het!) De komst van een Gezalfde ligt besloten in de profeten. Heel helder werd deze belofte door de prediking van de grootste profeet, Johannes de Doper. Zijn prediking leidde tot herkenning bij allen van wie God de ogen en harten opende.
 
 1.4 (Gezalfd met de Geest van God) Jezus is ontvangen van de Heilige Geest en deze Geest daalde ook op Hem neer bij de doop en dreef Hem aan (lees Lucas 4,14-30). Men kon deze Geest lasteren maar niet ontkennen (lees Matteüs 12,22-32).
 
1.5 (De geur van de Gezalfde) Het woord Gezalfde is zijn betekenis gedeeltelijk kwijt geraakt. Zalf doet denken aan verzorging, maar de zalfolie waarmee priesters werden gezalfd, was een welriekende geur die de tempel vervulde.
 

Beluister hier audioles 2

 
2.1  (Mijn Heer en mijn God!) Jezus’ tegenstanders veroordeelden Hem wegens godslastering: het was voor hen heel duidelijk dat Jezus van zichzelf beweerde dat Hij God was (Joh.10,33). Tomas erkent dit na Pasen juist dankbaar als werkelijkheid!
 
2.2 (De profeet voor de HERE uit) Johannes heeft het aangekondigd: ik bereid de weg voor de HERE! Op dit getuigenis beroept Jezus zich, evenals op de werken die de Vader Hem geeft te verrichten.
 
2.3 (Zoon van God) Jezus ging door voor de zoon van Jozef, maar in werkelijkheid was Hij Gods zoon, ontvangen van de Heilige Geest (lees Lucas 1,35).
 
2.4 (De Eniggeborene) Door zijn unieke geboorte hoort de Zoon bij het menselijk geslacht. Lees Joh.1,14.18 en Hebr.2,11-14.
 
2.5 (Doopnaam) Bij de doop in de Jordaan heeft God publiek Jezus erkend als zijn Zoon (Mt.3,17; verg. 17,5). Alleen deze Vader kan ons bereid maken deze Zoon ook te erkennen (Mt.16,17). Dat blijkt uit de afwijzing door de Joden en uit de felle ontkenning door de islam.
 
2.6 (Aan Gods rechterhand verheven: het evangelie van de Zoon) Nu Jezus de Zoon van God is, is er iets nieuws gekomen in de hemel. De Zoon van God als mens gezeten aan Gods rechterhand (Heb. 2,9). Paulus noemt dit het Evangelie van Gods Zoon dat nu wereldwijd wordt verkondigd (Rom.1,1-4).
 

Beluister hier audioles 3

 
3.1 (Nieuwe namen!) Pas in het Nieuwe Testament, bij de verschijning van Jezus, De zoon van de mens, horen wij de namen Christus en Zoon van God. Lees Lc.1,32.35; Joh.1,14.
 
3.2 (Hij die er altijd al was!) De overweldigende verschijning van onze Heiland maakt echter ook duidelijk dat Hij `van boven is’ en `van de Vader komt’ en dat Hij voorafgaat aan alle dingen `die door Hem gemaakt zijn’. Lees artikel 10 Ned. Geloofsbelijdenis.
 
3.3 (Gods geheime wil) Het evangelie over de verschijning van onze Zaligmaker is de onthulling van een geheim dat lang verzwegen is gehouden of omhuld bleef (1 Pe.1,10-12; Ef.3,9; Kol.1,26).
 
3.4 (Redding van de schepping!) De Zoon van God, met Gods Geest gezalfd vervulde Palestina met de geur van herstel en leven en Hij vervult straks heel de schepping met de geur van God.