De wortel van David
In oudere bijbelvertalingen lezen we in Openbaring 5,5 en 22,16 dat Christus wordt aangeduid als `de wortel van David’. Hij is meer dan één van de vele nakomelingen van David. Hij is zelf ook de Oorsprong van David en van zijn hele familie. In de NBV is het woord `wortel’ in deze verzen ten onrechte vervangen door `telg’.
Naar aanleiding van uw uitleg over de woorden “wortel” (oorsprong) en “telg” (afstammeling) in Openb. 22:16 heb ik o.a. de kanttekeningen van de SV opgeslagen bij Openb. 5:5 : “en Christus wordt zo genoemd omdat hij uit den zade Davids, als een wortel die uitspruit, voortgekomen is.”
Dit duidt volgens mij ook op een afstamming; dus telg. De NBV kan dus voor het gebruik van het woord telg verwijzen naar de 17e eeuwse kanttekeningen. Wat is uw mening hierover?
Jammer voor de meestal zeer waardevolle kanttekeningen, maar deze keer lijkt mij de notitie van de Statenvertalers minder juist. Zij leggen het beperkend uit alsof het er alleen maar om gaat dat Jezus uit de wortel David stamt: Hij is een uitspruitsel van die wortel. Maar daarmee is nog niet verklaard dat Jezus juist zelf de Wortel wordt genoemd. In de kanttekening bij Openbaring 22,16 blijkt dat de Statenvertalers hier alleen denken aan `Zijn menselijke natuur’. Daardoor missen zij het bijzondere dat de mens Jezus (in Davids geslacht) óók van dat geslacht de Wortel kan heten.
Waarschijnlijk waren de Statenvertalers erg onder de indruk van Jesaja 11,1.
Want er zal een Rijsje voortkomen uit de afgehouwen tronk van Isaï, en een Scheut uit zijn wortels zal Vrucht voortbrengen (Statenvertaling)
Maar uit de stronk van Isaï schiet een telg op, een scheut van zijn wortels komt tot bloei (NBV)
Zitten in Jesaja niet beide aspecten: wortel en telg?
In Jesaja 11 wordt alleen gesproken over een `rijsje’ of `telg’ uit de tronk of wortels van Isaï. Het gaat hier om de wonderbare herleving van het huis van David. Toch nog een bloeiende scheut uit zijn wortels! In Openbaring gaat het niet over de herleving van Davids huis, maar over de bijzondere positie die deze Telg of Spruit heeft ten opzichte van zijn vader David. Hij is nakomeling en oorsprong van David. Zoals Dr. H.R. van de Kamp schrijft in zijn commentaar bij Openbaring 5,5:
Zijn tweede titel is: de wortel van David. De gekomen Messias uit Juda’s stam is tegelijk ook voorvader van David, bron en oorsprong. Eer David er was, was Hij er. Op het eerste gezicht een vreemde titel. Christus kwam later dan David op aarde en zou toch eerder zijn dan hem? Ja, als de eeuwige gaat Christus aan David vooraf. Hij stuwde de koningslinie van David.
(…) Verhelderend is wel de verwijzing naar Sir.47,22 (Bergmeier). Jakob wordt daar genoemd: een wortel van Davids stam. Dat heeft de betekenis: de voorwaarde voor David, die het mogelijk maakte dat David er kwam.