Titus: Gods wet voor alle mensen
Verwerkingsblad voor groepsbespreking
Ga vanuit de bijbel naar het thema toe: lees Titus 2
Een lied om te zingen
Gij zijt groot en zeer verheven,
Gij doet wondren aan ons leven.
Gij zijt God, ja Gij alleen,
goedertieren om ons heen.
Heer, Gij hebt mij aangenomen,
mij weer tot het licht doen komen
uit de diepten van de dood.
Ja, uw goedheid is zeer groot.
Leer mij naar uw wil te handlen,
laat mij in uw waarheid wandlen.
Voeg geheel mijn hart tezaam
tot de vrees van uwen naam.
HEER, mijn God, ik zal U loven,
heffen ’t ganse hart naar boven.
Ja, uw naam en majesteit
loof ik tot in eeuwigheid.
Psalm 86:5 en 4
Het thema kun je bespreken aan de hand van de volgende punten:
1. De woorden wet of regel worden vaak als negatief ervaren. Niet in de samenleving als geheel, maar juist in de christelijke gemeenschap. Hoe kan dat? In de bijbel is de wet van de HERE een bron van leven, terwijl het iedereen wordt aanbevolen om te blijven bij de goede vermaningen van ouders of voorgangers. Waarom ervaren veel christenen de woorden wet of regel dan toch als negatief? Bespreek een paar antwoorden.
a. Soms hebben christenen negatieve herinneringen aan de manier waarop ouders of voorgangers omgingen met wetten en regels.
b. In het Nieuwe Verbond geldt geen wet meer, alleen maar genade.
c. De vrijheid van een christenmens sluit uit dat je nog gebonden zou zijn aan wetten of regels.
d. Nederlandse christenen zijn nogal vrijgevochten, vergeleken met christenen in veel andere landen.
2. Op de foto zie je twee bergbeklimmers naar boven klauteren. Ze zijn geborgd door de klimtouwen. Hoe zou je die touwen kunnen vergelijken met de betekenis die Gods geboden in ons leven willen hebben?
3.Als christenen mogen we opvallen door goede dingen te doen (`goede werken’). Zoek op hoe de Heidelbergse Catechismus `goede werken’ omschrijft (zondag 33, vraag en antwoord 91). Noem een aantal voorbeelden van `goede werken’ uit je eigen omgeving die passen bij deze omschrijving.
4. In gezinnen en kerken functioneren heel wat regels die berusten op menselijke besluiten en afspraken. Ze zijn niet in de bijbel te vinden. Betekent dit dat je er ook niet aan gebonden bent? Je kunt iets doen omdat het in de bijbel staat als een gebod voor de mens. Waarom kun je je ook verplicht weten dingen te doen of na te laten omdat je ouders of de kerkenraad dat van je vragen?
Spreuken 6,20-24; Kolossenzen 3,20-21; 1 Korintiërs 11,6; 1 Petrus 5,2-5.
5. Ieder mens heeft een geweten. Gewetenloze mensen zijn mensen die wel een geweten hebben, maar er niet naar luisteren. En er zijn ook mensen die geen zuiver geweten hebben. Wat betekent het voor jou om te luisteren naar de stem van je geweten? Hoe heb je als christen een `zuiver geweten’?
Hebreeën 13,18; 1 Petrus 3,15-17.
In één woord!
Aan het eind van de bespreking kan ieder eerst voor zichzelf op een blaadje het woord schrijven dat het beste samenvat wat je uit deze Bijbelles meeneemt voor jezelf. Schrijf daarna de woorden die ieder koos op een groter blad papier. Kijk of je daar samen een kernwoord uit kunt kiezen dat door meer of door iedereen wordt herkend.
Je kunt het meest herkende woord op een vaantje schrijven met de kleur van deze drie Bijbellessen (groen). Op den duur krijg je een slinger met twaalf vaantjes in vier kleuren: het snoer dat je groepsavonden verbindt.
Samen bidden voor elke dag
Sluit af met gezamenlijk gebed:
1
Barmhartig Vader op uw troon,
wij bidden tot U door uw Zoon,
wij knielen voor uw aangezicht
dat straalt in heerlijkheid en licht.
4
Leer ons uw weg te willen gaan,
de fakkel van uw Woord vooraan;
laat stralen voor uw aangezicht
ons nieuwe leven door het Licht
5
Vernieuw ons zwak en zondig hart,
voor U zo schuldig en zo zwart;
laat schijnen in de duisternis
uw Woord, het licht dat helder is.
6
Sterk zendelingen bij hun werk
en leid de herders van de kerk;
laat ons vrijmoedig met uw Woord
getuigen zijn van U die hoort.
7
Wij bidden voor de overheid:
maak haar bekwaam, tot dienst bereid,
opdat uw volk stil en gerust
U dienen kan met eer en lust.
8
Steun de vervolgden in elk land
en zegen zieken door uw hand,
troost de bedroefden door uw kracht,
toon stervenden uw koningsmacht.
9
Geef dat ons nieuwe leven is
een lichtpunt in de duisternis.
Genadig God, hoor ons gebed
in Jezus Christus, die ons redt.
Gereformeerd Kerkboek (2006) gezang 131:1,4-9